Bewust doe ik mijn schoenen aan,
ik knoop bewust mijn veters.
Bewust zet ik een stap buiten en nog één.
Ik voel het harde beton onder mijn schoenzool.
Ik voel een frisse winterwind in mijn gezicht en trek bewust de kap van mijn jas over mijn hoofd.
Ik snuif bewust de geur van rotte bladeren en winterzon op.
Ik kijk rond en merk bewust op hoe kaal de bomen zijn.
Ik woon naast een park met een kasteel en met een vijver.
Dat is onbewust.