Daar waren ze dan: de bergen. Je weet wel, je rijdt door een tunnel en onderweg verandert het landschap. De bergen, ze had er zo lang naar aftgeteld en zoveel over verteld tegen iedereen die ze tegenkwam. JAA, deze zomer gaan we naar de bergen!!! Meestal was er dan nog een spontane huppel en grote smile bij. Daar waren ze dan en ze grepen me naar de keel met hun majestueuze verschijning. Ik zag ze, zij zat nietsvermoedend op de achterbank en de tranen rolden over mijn wangen. Ik was kwaad op die stomme bergen, ik wou ze zelf ook plots niet meer zien en ik voelde me schuldig dat ik ze wél kon zien…Ik liet mijn tranen stil stromen, het waren er best veel. Het was een soort ontlading en vermoeidheid door elkaar.
Een autoreis met een baby is toch niet alles ook al is het kind best flink geweest en heeft hij veel geslapen. Als Merel zachtjes wakker wordt op de achterbank (zijn we er bijna?) zeg ik haar dat de bergen er zijn. Ze is enthousiast en ook blij dat de rit bijna ten einde is. Ik had voor haar zoveel mogelijk afleiding voorzien: een beetje Clickx om te klikken, haar favoriete luisterverhalen en een paar DVDs die ze vanbuiten kent en dus ook gewoon graag luistert, een paar kleine fidget toys die ze dan gewoon in de handen frutselt als ze luistert, koekjes, fruitjes,… Ze verveelde zich eigenlijk niet echt. Ook broer kreeg onderweg zijn nieuwe rammelaar die geluidjes maakt en was blij met af en toe een knabbeltje of een slokje van zijn drinkbusje. Manlief reed de volledige rit uit met een paar tussenstops en daar was ik blij om. Ik ben het vermogen om langer dan 1 uur aan een stuk te kunnen autorijden ergens kwijtgespeeld. Ik ben een bestuurder die snel indommelt achter het stuur. Heel gevaarlijk dus en geen aanrader voor lange ritten. We parkeren de auto aan het hotel, laden zoveel mogelijk uit, gaan eten (hallo buffet!) en laten onze vermoeide kindjes nog even wennen aan de omgeving maar al snel vallen de oogjes weer toe. We zijn er mannekes, we zijn op reis. De eerste keer voor broer, de eerste keer met een blinde dochter…
De eerste dag vraag ik alvast aan de receptie of ze al een oplossing hebben voor het taalprobleem. De animatie spreekt enkel Duits maar uitleggen aan een blind kind van 7 in het Duits wat de activiteit van de dag inhoudt is dus geen optie. We schrijven haar in en hopen op het beste volgens de receptie mag ze gewoon meedoen. Mijn hart maakt een klein sprongetje. Ik ga haar afzetten aan het animatielokaal de volgende ochtend en de animatrice zegt doodleuk dat ik er dan wel mag bijblijven. Ik had ergens in een hoekje van mijn hoofd gehoopt op een soort vertaal-app oplossing of dergelijke maar het was dus voor niks. Merel kan meedoen met de activiteiten ENKEL als wij erbij zijn. Versta me niet verkeerd, ik hou van knutselen en spelen met Merel maar stiekem had ik op een vrij uurtje gehoopt. Zij spelen, wij blij en rustig want broer kon ook een uurtje in de hotelcrèche terecht (die overigens heel mooi en proper was en met professionele mensen). Het voelt alsof ze een deur dichtslaat in mijn gezicht. Een deur die ik van ver zag aankomen maar ik kan mijn tranen net bedwingen. We zijn zo moe, we hebben zo nood aan een pauze van het zorgen en nu ging het gewoon door. Het is spelen, hoor ik je denken, ja dat is waar maar het is ook zorgen. Ik hou van haar lach en haar enthousiasme als we gaan knutselen maar het blijft zorgen voor haar. Manlief brengt de baby naar de crèche en ik begin te knutselen met een krop in mijn keel.
De dagen nadien heb ik het moeilijk. De aanwezigheid van zoveel ‘gewone’ kinderen en gezinnen doen me pijn. Ook een grote dosis ‘FOMO’ overvalt me raar genoeg en daarbovenop hebben we ook nog eens een peutertje bij die precies op zijn eerste verjaardag vorige week een knop heeft omgedraaid. Er kwam een boos en ongeduldig kaboutertje de kop opsteken, een prutsend en veel te snel kruipend kaboutertje en eentje die niet wil slapen wanneer wij dat zeggen (in grote tegenstelling tot thuis). Dat maakt het toch nog extra vermoeiend. Ik ben heel prikkelbaar en heb weinig geduld met de kinderen en met manlief, ik moet me herpakken, ik mag de vakantie waar we zo naar uitkeken niet laten verpesten door mijn donkere donderwolk. Zo noem ik het. Ik heb altijd een donkere donderwolk die boven me hangt, die met me mee drijft op de wind. Nooit is ze ver weg. Soms straalt de zon en gaat ze even opzij maar meestal blokkeert ze heel veel zonnestralen en kan het warme licht me niet bereiken. Ik kan de wolk heel makkelijk laten groeien maar haar laten krimpen is heel erg moeilijk en meestal blijf ik eronder hangen of zij boven mij, het is maar hoe je het beziet.
De dagen die volgen probeer ik van elk klein momentje te genieten. Het hotel heeft een grote binnen- en buitenspeeltuin, een gezellig zwembad en genoeg te doen in de omgeving. We wagen ons zelfs aan een eerste wandeling met Merel. Dat ze niet zo graag wandelt, weten we al, maar hier wil ik toch ook wel eens iets anders gezien hebben dan de 4 muren (het zijn er meer) van het hotel. We beginnen aan een kinderwandeltocht: geen hoogtemeters, 8 leuke dingetjes om te doen onderweg en slechts 2,4 km lang. Ze babbelt honderduit en mijn frank valt dat voor haar het babbelen deel uitmaakt van de ervaring. Van het landschap genieten lukt uiteraard niet maar we luisteren samen naar de vogels, roepen heel luid ECHO!, voelen aan de bergriviertjes en gooien stenen in het meertje. Na de bijna 3 km (het was enkel heen en niet terug gerekend) is ze wel moe en halen we de gehuurde draagzak boven. Op papa zijn warme rug doet ze even haar oogjes toe en wandelen we terug naar de auto. Het voelt goed ook al is het met een klein bitter bijsmaakje maar dat moet ik aanvaarden denk ik.
De dagen vliegen voorbij en ik merk dat manlief zijn uiterste best doet om me ook wat me-time te gunnen. Een glaasje in de bar met mijn boek en hij die even in de binnenspeeltuin duikt met de kroost, het doet me deugd ook al voel ik me dan wel een beetje schuldig (ik met mijn emmer met veel te veel gevoelens in). De meeste mensen in het hotel lijken het wel te snappen dat Merel niet goed ziet, ik voel het aan de blikken in mijn rug af en toe. Ze wil bijvoorbeeld altijd mee naar het buffet. Ik loop dan rond met haar en vertel alles wat er te proeven valt. Als ze gekozen heeft, vul ik haar bordje, haakt ze aan, aan mijn arm en loop ik met een kind en 1 (of 2) volle ‘talloren’ langs de trapjes (dank u hotel voor de vaste plaatsen in het restaurant…) naar onze tafel. Soms is ze overenthousiast en springt ze van de treden naar beneden, niet wetend wat ik allemaal in mijn handen heb natuurlijk… Ze eet wel goed, blij mee. Ouders zijn altijd blij als de kinderen goed eten. Het is alsof daarmee de helft van je eigen maag ook al gevuld is, bij mij dan toch. Merel heeft altijd goede en slechte eetperiodes, maar dat zal bij elk kind wel zo zijn. Soms weet ik niet meer wat ‘normaal’ is…
Zo voelt het ook in mezelf. Ik weet niet meer wat ik vroeger voelde, wie ik vroeger was. Misschien maakt dat ook niet uit want die persoon ben ik niet meer. Ik veranderde door de voorbije 3 jaar en door de mokerslag begin dit jaar. Maar wie ben ik, wat deed/doe ik graag, wat maakt me blij en geeft me energie? Ik moet het terug uitzoeken. De basis is er, ik lig niet meer doelloos in de zetel de hele dag maar bergen energie hebben dat is me nog steeds vreemd. Soms kijk ik naar oude foto’s, verbaasd van hoe weinig rimpels ik toen had, hoe ‘fris’ we er toen uitzagen. Het is niet enkel de tijd die aan ons gebeten heeft, het is het leven, de keiharde slagen in ons gezicht zijn er letterlijk van af te lezen. En ze uiten zich in alles. Hoe snel we moe zijn, fysiek maar ook mentaal. Hoe krijg je een overvolle emmer weer wat leger? De vakantie was het niet, merken we nu. Op 10 dagen is het niet opgelost. We kunnen er niet ”weer effe tegen” zoals de mensen dan zeggen nadat je op verlof geweest bent. Tijd heelt wonden maar hoeveel tijd heb ik nodig om deze wonde(s) te helen?
Vorige week ging Merel een dagje testen bij het plaatselijke speelplein. Met een bang hart liep ik weer een dag te dolen en af te tellen naar 16h alsof ik mijn babytje weer een eerste keer had afgezet bij de crèche. Het einde van de dag naderde en ik fietste alvast naar daar (achter de hoek). Ze komt net buiten en onder een luide ‘wave’ komt ze glimlachend naar me toe aan de hand van mijn achternichtje, die deel uitmaakt van de leiding die dag. Vanalles had ze gedaan en met nog energie te over trokken we zelfs nog een sprintje naar huis met de tandem. Gerust leg ik haar ’s avonds in bed met de nodige kriebels en knuffeltjes. Ze was content en ik dus ook maar als papa zijn zoentje gaan geven is (altijd als laatste, na mij) barst ze in tranen uit. Luid en niet te kalmeren. Ik merk dat het meer is dan vermoeidheid en troost haar zo goed ik kan zonder me op te winden. Ze stopt niet met huilen en ik lees nog een extra verhaaltje voor. Ze is totaal overprikkeld door de drukke dag, ze zegt dat de tranen blijven komen en ik zeg dat ze dat mogen, dat ze eruit moeten. Ze lijkt na een uur eindelijk gekalmeerd en ik zet het slaapmuziekje op en ga naar beneden. Plots staat ze weer huilend boven aan de trap en lijkt ze de bron van de tranen te hebben gevonden: ”Mama, ik ben verdrietig want ik vind het niet leuk om blind te zijn!”…
Het is de allereerste keer sinds februari dat ze dit luidop zegt, mijn hart breekt alweer in 1000 stukjes…
Samen huilen we in haar bedje, ze stopt niet als ze mijn tranen hoort zoals ze normaal wel doet. Alsof ze zich dan sterk moet houden voor mij. Mijn meisje toch, wat is het hard en oneerlijk. We huilen het uit tot we kalmeren en ze geeuwt van moeite. Ik blijf nog wat bij haar liggen tot ze in slaap valt. Beneden staar ik wat naar de spelende televisie en vraag me af wat ik kan doen voor haar, hoe ik haar beter kan troosten met dit ontroostbare feit. Manlief komt thuis en ziet meteen aan mijn gezicht dat er iets niet klopt, hij zet zich naast me neer en zucht diep. Het besef is gekomen…
Merelmama
Ik heb de merelmama met ontroering gelezen. Waarom bestaan mirakels niet echt?
Waarom toch moest jullie en vooral Merel dit overkomen?
Gelukkig is zij een ongelooflijk moedig en vrolijk kind maar de donkere dagen waarin zij leeft (ook letterlijk) zullen af en toe wel voor verdriet zorgen. Dat verdient zij en jullie ook echt niet!
Nog veel goede moed iedere dag opnieuw! Het verdient zeker bewondering wat jullie doen voor Merel. Sterkte! Merel zal haar weg wel vinden en net als ieder kind gelukkige dagen kennen.
LikeLike
Jolien…het is voor jou belangrijk om deze mooie weblog te schrijven. Ik voel met jullie mee en weet wat het kan betekenen om de dingen des levens van je af te schrijven. Ook al zijn het sinds enige tijd harde tijden, weet dat dat ooit verandert en ook dat je met je enorm schrijftalent vele mensen begeestert.
LikeGeliked door 1 persoon