Zoals ik in mijn vorige blog al aanhaalde: verlof tijdens een pandemie het is toch anders qua aanpak. Met andere woorden: we reserveerden NIETS op voorhand. We gingen wel zien op het moment zelf…(zoals dat met alles is tegenwoordig). Awel, dat moment was dus vorige week tijdens nog een snipperweekje verlof en het weer was goed, dus gingen we een nachtje kamperen. Ons klein mevrouwtje had hier al lang achter gevraagd dus: zo doende.
Het viel me toch in de eerste plaats al op dat kamperen evenveel ‘gesleur’ met zich meebrengt dan een hele week (of 2) naar Frankrijk gaan zonder tent en we waren dan nog ‘profijtig’ geweest: enkel de basisdingen. Géén tafels en kookvuren, géén half theeservies of halve kleerkasten (moeilijk voor mij) en maar 1 ‘2 seconds’-tentje voor ons drie. Al surfend op het internet vond ik slechts de avond voordien nog snel een plekje voor dat tentje, op een lieflijke camping tegen Durbuy. De ochtend zelf stampten we de auto vol en weg waren we. Na een goeie 2 uur rijden en 2 dikke dutten van mezelf en dochterlief (de chauffeur gelukkig niet) sloegen we af op een klein bosweggetje. Geen tenten te zien tot plots van achter een heuvel toch een camping zichtbaar werd. Tenten, campers, caravans en lodges, alles kon je er vinden en eigenlijk was het best nog een grote camping. Een groot deel van de Nederlandse bevolking had er ook zijn intrek genomen, misschien was het een soort trekplaats, zoals dat bij vogels is… Maar best handig, het inchecken kon dus lekker in het Nederlands. “Plaatsje 418 is voor jullie hoor, veel plezier” wuifde de receptioniste ons nog toe vanachter haar plexiglazen desk.
We reden de bareel door en tuften tot aan ons plaatsje dat zich in een gang bevond die al druk bezet was. Recht tegenover ons stond een gezin dat goed voorzien was en duidelijk alles uit de bekende ‘blauwe winkel’ was gaan halen. Maar liefst 4 tenten hadden ze en ook kookvuren, kasten en barbecues werden tentoon gesteld. Een beetje beschaamd haalden we ons kleine rode tentje uit de koffer en lieten het openvallen. Ondertussen wou dochterlief alvast de speeltuin verkennen en manlief ging ‘den opzet’ wel doen. Hij pompte onze 2 matrasjes op en propte ze in het tentje. Bedden opmaken mocht ik dan doen en een goed half uur later was onze opstelling compleet. Een mini-opklaptafeltje, picknickdeken en 2 klapstoeltjes hadden we wel bij en ook onze picknick met BBQ-restjes van de dag ervoor smaakte.
Daar zaten we dan: op een lapje platgetrapt gras tussen volk, tenten en caravans van allerlei pluimage. Kamperen heeft voor mij nog altijd iets bevreemdend. Ik moet toegeven dat ik eigenlijk nog altijd een beetje een kampeer-maagd ben. Het aantal keer kamperen in mijn leven kan ik nog altijd op mijn 2 handen tellen maar toch hou ik er wel van. Ik hou vooral van het luisteren naar de natuur, de natuurlijke wake-uplight die je ’s ochtends wakker maakt, de koelte die ’s nachts neerdaalt over de tent en het lekker induffelen in de slaapzak, in mijn geval dan altijd met mijn liefsten rondom mij. Maar dat gaat enkel over slapen in een tent op zich. Een camping doet er altijd toch een vleugje ‘awkwardness’ bij. Het opzetten van een tent tussen tenten en ‘bubbels’ die er al enkele weken geleefd hebben is altijd een beetje raar: het bekijken van elkaars spullen “oh, kijk die hebben zo’n dingske voor dinges” en vooral het beluisteren van elkaars geluiden zijn zaken die altijd een beetje aanpassingsvermogen vragen. Ik sprak over het luisteren naar de natuur, maar op een camping is dat een beetje uitgebreider natuurlijk… Zo wisten we na 1 nacht al, waarom er naast de camper van de buren ook een tentje stond opgesteld. Man- of zoonlief (of misschien was het wel moederlief!) kon naast de camping ook een heel bos platleggen ’s nachts als je begrijpt wat ik bedoel. De natuurgeluiden omvatten ook de nachtelijke “Sweeeet Caroliinneee, OH OH OOOOOH!!!” van de andere kant van de camping. Altijd geweldig om te weten dat de buren plezier hebben toch? De nacht legt eigenlijk een soort verbindend deken over een camping: het is voor iedereen gelijk, overal oogjes toe en snaveltjes dicht (toch voor de meesten dan).
Nachtelijke uitstapjes naar het sanitaire blok zijn er natuurlijk ook. Dochterlief haar interne waterhuishouding is niet altijd wat het moet zijn, ook niet ’s nachts, maar daar kan het kind natuurlijk niet aan doen. Slaapzakgeritsel gevolgd door: “mama, pipi doen” kondigt een fris wandelingetje aan. Toen het geritsel er na een halfuur alweer was, heb ik de “pipi achter de tent-truuk” toch wel toegepast, al begint dat wel te wegen met een kind van 17kg…
Zo’n sanitair blok bezorgt me wel altijd de kriebels, daarom ben ik trouwens nog nooit langer dan 2 of 3 nachten gaan kamperen op een camping. Douchen (zeker dezer tijden) met het schaamhaar van de vorige nog in het afvoerputje doet me gruwelen! Dus ik ben meestal lekker fris gewassen met een teiltje water en het washandje, maar nooit gedoucht dat gaat me een brug te ver. Je hebt op zo’n camping ook altijd mensen die zich voor niks schamen (hoeft ook niet, maar toch) en ’s ochtends op het gemakje, in hun badjas met de toiletzak onder de arm en de handdoek over de schouder, richting douches trekken. Ze zijn dikwijls omringd door een ‘roedel’ kinderen op steps of skateboards die jengelend over en weer lopen tussen verschillende caravans of tenten. In datzelfde sanitaire blok staat dan een dame de vettige mayonaise-afwas van de voorbije BBQ-avond te doen. Je hebt daar dan aparte wasbakken voor die staan aangeduid met een speciaal icoontje, ’t is maar dat je op de hoogte bent. Ook zijn er mensen die druk over en weer lopen met hun ‘port-a-potty’. Zo een chemisch toilet dat je ook moet ledigen, dat doe je dan aan de achterkant van zo’n sanitair blok. Multifunctioneel allemaal.
Maar los van die ‘klik’ die ik altijd moet maken in mijn hoofd, was het wel een geweldig weekendje eigenlijk. Wandelen langs het riviertje, steentjes gooien in het water, een ijsje eten, een onverwacht blitsbezoekje bij de neef van manlief die in de buurt woont, gewoon het zonnetje opslorpen als dochterlief de speeltuin onveilig maakt, alles mag en niks moet en dat was zalig. Bij thuiskomst leek het dan ook of we méér dan 1 nacht weggeweest waren. Ons tentje heeft weeral dienst gedaan en de kampeerspullen mogen weer in de kelder. Tot volgend jaar waarschijnlijk, want dat ene nachtje heeft mijn kampeerhonger toch weer gestild. Hoezee!
Gezellige campingkus
-X-
Merelmama
Echt aan te raden. Een andere camping kiezen.
Met max 100 plekken.
Met plekken die groot zijn.
En als je maar 3 nachten wil gaan.
Ga dan richting Nederland. Kleine rustige boerderijcampings in zeeland of limburg.
Groetjes
De kampeerrot.
Als in ervaren 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Haha, merci voor de tip Anja! 😊
LikeLike