Blackout

Enkele seconden lang weet ik niet meer waarvoor mijn bankkaart dient. Ik sta met het plastic kaartje te wapperen en eventjes word het zwart voor mijn ogen. Mijn hersenen zeggen dat ik ze gewoon tegen de zijkant van de bancontactmachine moet houden maar mijn lijf weigert. En echt voor een paar of misschien maar een fractie van een seconde lang. Ik betaal, stap buiten met mijn vers gekochte schommelplankje en loop verbouwereerd weer naar mijn fiets. Ik stop het plankje in de fietstas, adem even in en uit en staar wat naar de grond. Wat was dit? Een kleine kortsluiting? Ik adem nog even dieper in en langzaam uit, stap op de fiets en rij richting supermarkt. Ik neem een kar en mijn lijstje uit mijn handtas. In de supermarkt lijkt alles te schreeuwen naar mij. De groenten komen op me af en het véél te grote aanbod voelt overweldigend aan. Ik puf en blaas, wat is dit nu? Ben ik moe? Is dit een paniekaanval? Heb ik ook een hersentumor? Ik heb nogtans redelijk goed geslapen. Ik rijd als een hijgende zombie langs de rekken en wil zo snel mogelijk naar buiten. Al een geluk heb ik een boodschappenlijstje, ik weet niet met welke producten ik anders zou buiten stappen…

Een bevriende mama spreekt me aan. “Hey, hoe gaat het?” Ik ben eerlijk en geef toe dat het niet goed gaat. Het lijkt alsof alles de laatste week op me af komt. De adrenalinerush is voorbij, het is gewone realiteit en die is zo hard. Manlief voelt het ook, het is heel bizar. Bevriende mama begrijpt hoe ik me voel en ik moet de tranen verbijten tijdens het gesprekje. Erna voel ik me een beetje meer mens en kan ik het supermarkt bezoek afsluiten, ik heb bijna alles bij dat op mijn lijstje staat.

De tranen kunnen elk moment weer komen, dit was enkele weken geleden minder en ik dacht dat ik aan de beterhand was. Nu zijn ze er weer en voor de eerste keer moet ik toegeven dat gewoon thuiszijn en rusten me niet zal ‘beter’ maken. Ik moet hulp zoeken en wel nu. Mijn maag protesteert tegenwoordig ook. Ik heb zelden honger en aan het eind van de dag staat mijn buik zo opgeblazen dat het lijkt alsof ik weer 6 maand zwanger ben. Mijn lijf zegt dat het genoeg is, dat ik na 3,5 jaar sprinten, voor mezelf moet zorgen in plaats van eerst voor een ander. Ik stuurde reeds 4 mailtjes naar psychologen in de buurt, maar allen antwoorden ze met een patiëntenstop of een wachtlijst. Er is geen rang te maken in psychologische problemen. Wie heeft er meer nood aan? Maar ik durf wel zeggen dat ik er nu recht op heb. Ik weet dat het oplucht en dat psychologen een andere kijk op de zaak kunnen geven, maar nu weet ik even niet of dat mogelijk is en hoe ze dat überhaupt zouden doen voor mij.

We zijn een zorggezin geworden en dat moeten we onder ogen durven zien (bah Nederlandse uitdrukkingen). We zullen levenslang zorgen en ook al doet elke ouder dat natuurlijk ook, voor ons is het een driedubbele laag zorg. Eén voor Sander en (minstens) twee voor Mereltje.

Het meeste pijn doet het wanneer mensen zeggen hoe goed ze het doet. En dat doet ze ook, onze meid, ze is met momenten helemaal zichzelf weer, daar ben ik zéér blij mee natuurlijk! Ze is Mereltje, ze denkt na over zaken, ze lacht, ze schommelt (ja het plankje doet al dienst!), ze doet gek en ze geniet van onze gezinsmomenten. Maar dat is niet alles en toch ook wel. Alles is zo gelaagd. Mensen vergeten de voorbije 3 jaar die we doorploeterden. Telkens weer vallen en weer opstaan en weer doorgaan. Het liedje van Herman Van Veen lijkt wel voor ons geschreven. Nu verloopt het ‘weer doorgaan’ echt moeilijk. Onze benen lijken wel van flanel. Telkens we opstaan, komt er wel een wind die de benen weer van onder ons uit blaast. Dit is een grote slag in het gezicht geweest en wel eentje waar we levenslang (en Merel uiteraard ook) zwaar voor moeten boeten. De laatste woorden van de chirurg gonzen door mijn hoofd: “ze heeft er een dure prijs voor betaald”.

Wij ook, wij betalen mee… Dus als er iemand vraagt: “Hey, hoe ist?” zeg ik gewoon: “Niet goed”.

Merelmama

Een gedachte over “Blackout

  1. Hallo,
    Je mag gerust zeggen dat het niet goed gaat daar hoef je je helemaal niet voor te schamen. Integendeel het getuigt van moed om te kunnen zeggen dat het niet goed gaat.
    Als ik Mereltje zo zie spelen en gaan is het alsof er bijna niets aan de hand is, wat natuurlijk niet zo is.
    Ik wens jullie nog veel sterkte en moed en hoop dat jullie op tijd en stond ook rust kunnen nemen.
    Groetjes
    Hilde, Aurelie en Jaysen

    Like

Plaats een reactie